Ik vond het best lastig om een studie te kiezen, dus toen ben ik gaan meelopen bij verschillende studies. Daar ontdekte ik dat er bij natuurkunde nog zo veel meer te leren was. In de natuurkunde ben je bezig met vragen over hoe de wereld werkt en dat vind ik super interessant. Ik koos voor de Radboud Universiteit in Nijmegen omdat de stad een fijne sfeer heeft en de campus erg groen is. Ook vond ik het belangrijk dat er een gebalanceerde man-vrouw verhouding op de universiteit was, hierdoor voelde ik me welkom en op mijn plaats.
Nee, niet per se. Ik wist dat ik nog veel kanten op kon na de studie, dus ik ging er open in. Na mijn studie heb ik een jaar onderzoek gedaan op Avans hogeschool om te ontdekken hoe onderzoek met het bedrijfsleven me beviel. Hier deed ik onderzoek naar flexibele zonnecel technologie, wat goed aansloot op mijn passie voor duurzaamheid. Uiteindelijk besloot ik toch terug te keren naar de wetenschap voor een promotieonderzoek (PhD). Tijdens mijn PhD deed ik onderzoek naar fundamentele kwantum mechanische eigenschappen van materialen in hoge magneetvelden (38 T) en bij erg lage temperaturen (-273 graden Celsius). De materiaaleigenschappen die ik onderzocht kunnen misschien later worden toegepast in snellere en energiezuinigere chips en computer geheugen. Daarnaast deed ik ook onderzoek naar wetenschapscommunicatie: hoe wordt er over natuurkunde geschreven in de krant? Wordt natuurkunde vaak als ‘moeilijk’ of ‘uitdagend’ neergezet? En wordt de natuurkunde dan nog wel uitgelegd? Zo zie je maar: je kunt vanuit veel verschillende invalshoeken onderzoek doen naar natuurkunde.
Na inhoudelijke verdieping in mijn PhD, wilde ik graag iets terugdoen voor de maatschappij, vooral op het gebied van duurzaamheid en energietransitie. Nu werk ik bij de overheid aan de verduurzaming van de industrie. Om de klimaatdoelen te halen, is het essentieel dat ook de (zware) industrie verduurzaamt door CO2 neutraal en circulair te worden, en dat alles het liefste terwijl ze concurrerend blijven. Vanuit de overheid stellen we doelen en maken we richtlijnen om deze doelen te halen. Dit doen we in samenwerking met allerlei partijen. Ik zorg voor inzicht in wat er nodig is van het energiesysteem voor het verduurzamen van de industrie, zodat de plannen ook in de praktijk mogelijk zijn. En dat is een grote puzzel!
Bijvoorbeeld, in de energietransitie stapt de industrie over op zware elektrische apparaten of gaan waterstof gebruiken. Daar is wel de juiste infrastructuur voor nodig. Denk aan dikkere kabels voor het stroomnet of specifieke buizen voor waterstof. Hoe groot en zwaar moeten die zijn en waar moeten ze komen? Dit probeer ik samen met de industrie in Nederland inzichtelijk te maken. Dat betekent dat ik vaak in gesprek ben met vertegenwoordiging van de zware industrie en netbeheerders. Wat zijn de plannen van de industrie? Hoe gaan ze dit concreet maken? Wat is hiervoor nodig? Zijn er nog andere partijen die we hierbij moeten betrekken? Dit vertaal ik naar mijn collega’s, om uiteindelijk beleid en regelgeving te maken waarmee we de doelen zullen behalen.
Wat dit werk leuk maakt, is dat het belangrijk is voor de maatschappij. Dagelijks werk ik aan het duurzamer maken van de industrie. Ik werk samen met veel verschillende organisaties en bedrijven en blijf daardoor op de hoogte van allerlei nieuwe innovaties.
Het is een uitdagende en soms taaie klus, met allerlei beren op de weg. Het is echt motiverend als het dan toch lukt om gezamenlijk stappen te zetten! We delen met elkaar de passie om de industrie te verduurzamen en zo Nederland een stukje beter te maken en dat vind ik echt bevredigend aan mijn werk.
Vanuit de overheid probeer je te kijken naar wat het beste is voor heel Nederland. Je werkt dus niet voor één bedrijf en bent niet alleen maar bezig met één verdienmodel of regels die alleen gelden voor een bepaalde sector. Vanuit de overheid heb je een veel bredere blik en ben je gefocust om ervoor te zorgen dat Nederland de komende jaren beter wordt. Het werk waar ik aan bij mag dragen heeft echt impact op de maatschappij.
Werken bij een ministerie is ook heel bijzonder. Een ministerie heeft een minister die deel uitmaakt van de regering. Er zijn veel verschillende manieren waarop de industrie kan verduurzamen. De politiek maakt richtinggevende keuzes bijvoorbeeld door geld te geven ter ondersteuning van bepaalde verduurzamingsprojecten, of door het invoeren van regels voor een stok achter de deur. Het is aan de ministeries om een concrete uitwerking te geven aan de keuzes die politiek gemaakt worden, maar ook om belangrijke keuzes onder de aandacht te brengen van de politiek. Deze wisselwerking met de politiek maakt het werk uitdagend en interessant.
Als je het mij vraagt hoef je geen 10 jaren plan te hebben op de middelbare school om op de juiste plek terecht te komen, dat had ik ook niet. Door bij iedere grote keuze je interesse te volgen komt je vanzelf op de juiste plek terecht. Ik had op de middelbare school niet gepland om een bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat terecht te komen na mijn studie natuurkunde, maar ik ben uiteindelijk erg blij dat het zo is gelopen.