Toen ik klein was wilde ik ski-instructeur worden, en dat is me ook gelukt! Ik gaf een korte tijd les op indoorbanen in Nederland en op echte pistes in Oostenrijk. Het was geweldig, maar ik wist ook dat mijn toekomst ergens anders zou liggen. Ik studeerde namelijk scheikunde!
Op de middelbare school vond ik scheikunde al erg interessant, vooral de proefjes. Het was niet mijn allerbeste vak, maar de combinatie van theorie en praktijk sprak me aan. Na mijn middelbare school koos ik voor de brede bachelor Bèta-Gamma, een combinatie van wetenschappen en sociale vakken. Zo kon ik verschillende interesses verkennen. Na een jaar wist ik het zeker: scheikunde is iets voor mij. Het maken van nieuwe moleculen in het lab, de kleuren en structuren die je letterlijk kon zien veranderen; dat vond ik magisch.
Na mijn master in scheikunde besloot ik te promoveren. Tijdens mijn PhD deed ik vier jaar fundamenteel onderzoek. Dit betekent dat ik voornamelijk nieuwe kennis verzamelde die niet per se direct toepasbaar was. Na een paar jaar begon ik me af te vragen: “Wat gebeurt er nu met mijn werk? Hoe kan ik meer impact maken?”. Gelukkig vond ik TNO, de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek. Hier werk ik nu aan technologieën die bijdragen aan een duurzamere wereld.
TNO is het Nederlandse instituut voor toegepast onderzoek, dus TNO wil wetenschappelijke kennis toepassen in de praktijk, zodat we de maatschappij en het bedrijfsleven vooruithelpen. Er werken meer dan 3000 mensen die zich bezighouden met heel diverse onderwerpen: van gezondheid en defensie tot mobiliteit en de energietransitie. TNO werkt niet alleen, maar juist veel samen met universiteiten, bedrijven en overheden om technologieën te ontwikkelen en verder op te schalen.
Ik werk binnen de afdeling Energie- en Materialentransitie. Onze afdeling richt zich met name op de industrie, want de industrie is een van de grootste uitstoters van CO2. Zoals jullie waarschijnlijk weten is te veel CO2-uitstoot een probleem, omdat het bijdraagt aan klimaatverandering en het opwarmen van de aarde. We moeten dit dus drastisch terugbrengen.
Mijn team ontwikkelt technologieën waarmee we CO2-uitstoot kunnen verminderen. Bijvoorbeeld efficiëntere processen, scheidingsmethoden of materialen die CO2 kunnen opvangen. Stel je voor: een schoorsteen van een fabriek, waar allerlei schadelijke stoffen zoals CO2 uitkomen. Wij ontwikkelen een speciale 'spons' die ervoor zorgt dat de CO2 wordt opgevangen en later weer zuíver losgelaten. Onze spons haalt de CO2 eruit en laat de rest door. Cool, hè! De CO2 wordt dan niet uitgestoten, én we kunnen er nieuwe producten van maken, zoals brandstoffen of plastics. Win-win! Het omzetten van CO2 in nuttige producten is iets waar we ook veel onderzoek naar doen. Ook hiervoor gebruiken we weer innovatieve materialen en ‘sponzen’.
Een van de grootste uitdagingen is het opschalen (groter maken) van technologieën. Op lab-schaal kun je mooie dingen maken, maar voordat het op grotere schaal toegepast kan worden, zijn er vaak nog veel aanpassingen nodig en bovendien moet het ook economisch haalbaar zijn. Bij TNO werk ik daarom met mensen van allerlei achtergronden, bijvoorbeeld chemische ingenieurs die alles weten over hoe chemische reacties in het groot zullen zijn, of mechanische ingenieurs die kijken naar de bouw van installaties. Scheikunde is ook een belangrijk onderdeel van de puzzel. Het helpt ons te begrijpen hoe kleine deeltjes (moleculen) elkaar aantrekken of juist loslaten, en hoe je dat proces kunt sturen. Mijn scheikundige kennis komt dus zeker van pas, maar ik zet vooral mijn enthousiasme voor de chemie en kwaliteiten in om ervoor te zorgen dat alle disciplines elkaar begrijpen en om samen de technologie verder ontwikkelen.
Als project- en teamleider stuur ik een team van onderzoekers aan en moet ik ervoor zorgen dat we de doelen die we stellen, behalen. Mijn dagen zijn heel divers. Ik heb veel overleg met onderzoekers, overheden of bedrijven, zowel in Nederland als internationaal, maar ik kom gelukkig ook nog vaak in onze laboratoria en denk mee met het ontwerpen en interpreteren van nieuwe experimenten. Ook ben ik betrokken bij het opzetten van nieuwe projecten met industrie en universiteiten. Veel gebeurt tegenwoordig online, wat handig is omdat ik in Amsterdam woon en ons kantoor in Petten zit. Hoewel ik nu minder in het lab sta, geniet ik nog steeds van het creatieve proces van nieuwe technologieën ontwikkelen.
Scheikunde is meer dan alleen stoffen mixen in een lab. Het leert je kritisch denken en problemen oplossen. Gedurende mijn opleiding heb ik geleerd samen te werken met mensen uit verschillende disciplines. Wat ik ook heb geleerd, is dat je loopbaan niet altijd rechtlijnig hoeft te zijn. Het is oké om dingen uit te proberen, fouten te maken en opnieuw te beginnen. Je groeit door ervaringen. Als je twijfelt over wat je wilt studeren, weet dan dat je niet alles nu al hoeft te weten. Kies wat je leuk vindt en volg je nieuwsgierigheid. Wie weet, misschien ontdek je net als ik dat scheikunde niet alleen fascinerend is, maar ook een manier om de wereld een stukje beter te maken.