Ik ben Tom Verhoeff en ik ben 36 jaar. In 2006 ben ik begonnen met de studie informatica in Delft. Door de studiejaren heen ben ik vrij snel gaan ondernemen. Uiteindelijk heb ik meerdere bedrijven opgericht, waaronder Methylium: een bedrijf waar we met 16 ontwikkelaars software bouwen.
Al sinds ik klein ben dacht iedereen dat ik iets in de technische hoek zou gaan doen, omdat ik helemaal ‘aan’ ga bij elektronica, knopjes of schermen en computers. Uiteindelijk werd het toch informatica. Ik was gefascineerd door de wereld van computers, internet en wat daarmee kan. Ik besloot dat ik daar verder mee moest. Ik zag dat er veel ontwikkeling in zat en het was duidelijk dat je daar veel kanten mee op kon. Je hebt vrij weinig nodig om er iets mee te doen. Een computer of een laptop is de basis, waar je ook bent.
Uiteindelijk heb ik nooit een master gedaan. Ik was tijdens mijn studie al aan de slag gegaan met het ontwikkelen van eigen software en ik had al een bedrijf opgericht. Gevoelsmatig leek een master geen verschil te maken in het werk wat ik deed. Ik was met hele andere projecten bezig en de ervaring in de wereld was voor mij destijds waardevoller.
Veel mensen om mij heen gingen naar Amsterdam om te studeren. In Delft merkte ik meteen dat de sfeer goed bij mij paste. Het type mensen dat er rondloopt zijn de echte bèta’s met een bepaalde passie en enthousiasme voor hun vakgebied. In Amsterdam is de technische bèta onderdeel van het grotere geheel, in een gebouw met alle studies door elkaar. Ik koos voor Delft op basis van een gevoel.
Dat is een interessante vraag, want je merkt dat de verwachtingen van mensen uiteen liggen. Ga je informatica studeren om websites te bouwen? Dan wordt de studie vrij zwaar. Informatica aan een (technische) universiteit gaat niet alleen over het leren programmeren. Het gaat over het brede vakgebied van computersystemen: hoe werken computers nou echt? Je leert efficiënte software bouwen, maar ook efficiënte systemen die goed met elkaar communiceren.
Uiteindelijk is mijn loopbaan een voorbeeld van wat ik eerder zei: met informatica kan je gemakkelijk iets maken waar je iets mee kan doen.
Het eerste bedrijf dat ik begon had te maken met de roosters op de universiteit. We maakten het mogelijk voor studenten om makkelijk hun rooster in te zien en te koppelen aan hun agenda. Universiteiten hebben grote softwarepakketten waarmee ze roosters voor alle studenten maken. In 2008/2009 ging de TU Delft over naar een nieuw pakket dat efficiënte roosters maakte, alleen was de toegang voor studenten niet gebruiksvriendelijk. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar in 2008 was er alleen een webpagina waar je per vak je rooster moest opzoeken. Je kon niet één gepersonaliseerde weergave maken. Na veel geklaag, inclusief door mijzelf, vroeg de universiteit of wij een oplossing konden bouwen. We bouwden uiteindelijk een programma waardoor studenten hun eigen vakkenpakket konden instellen, een userinterface. Dit deden we eerst alleen voor de TU Delft, maar uiteindelijk ook voor meer dan 40 hogescholen en universiteiten.
De onderwijswereld, van grote instellingen met processen die lang duren, was niets voor mij. De wereld van mobiele apps sprak mij meer aan; het gaat allemaal heel snel en flitsend. Ik had contacten met Microsoft die destijds nieuwe smartphones ontwikkelden. Ik zag kansen om daar wat mee te doen. Met een medestudent hebben we ons gestort op die wereld en daar is Methylium uit voortgekomen.
In het begin bouwden we mobiele applicaties. Toen Microsoft de telefoons niet meer maakte gingen we grotere softwareoplossingen bouwen die onderdeel zijn van de dagelijkse bedrijfsvoering. Het zijn nooit flitsende websites die voor een campagne online staan, maar het zijn echt applicaties waar heel veel data in verwerkt wordt.
Voor een onderhoudsbedrijf van KLM doen we al een jaar of zeven een groot project. Het bedrijf doet het onderhoud van de startmotor van grote vliegtuigen. Startmotoren hebben onderhoud nodig. De vraag is alleen wanneer. Als vliegtuigen opstijgen zijn er sensoren die data bijhouden: hoe warm wordt de motor, welke lucht gaat er doorheen, hoeveel brandstof wordt verbruikt etc. Om te weten of er een probleem is, ontwikkelen wij samen met Appcore een systeem waar alle data naar een grote database gaat. Er wordt code geschreven om in de data te pluizen en te zien of er mogelijk een probleem aankomt, zodat we op tijd een waarschuwingslampje aan kunnen zetten. Net als een dashboard van een auto: als een waarschuwingslampje gaat branden moet je checken wat er aan de hand is. Alleen doen we dit voor meer dan 100 vliegtuigen met meer dan 4 miljoen vluchten.
KLM huurt ons in om software te bouwen, maar voor Citizen M, een hotelketen, hebben we een eigen product ontwikkeld. Citizen M richt zich op reizigers die houden van technologie in het hotel. In de hotelkamers bedienen tablets alles: het licht, de verwarming, airco, tv, roomservice etc. Als gasten inchecken moet wel alles werken; de tablets opgeladen en geüpdatet. Wij bouwen zowel de applicaties die op de tablets draaien, als het stuk ‘onder de motorkap’ dat ervoor zorgt dat de juiste tablet de juiste kamer bedient. Wij zorgen vanuit ons kantoor in Den Haag dat meer dan 6000 hotelkamers wereldwijd kunnen draaien op tablets met onze software.
Ik had al veel opties, omdat ik alleen maar mijn laptop nodig had. In die zin kon ik eigenlijk alles doen. Als je kijkt naar baanmogelijkheden, is er veel vraag naar IT’ers in alle hoeken. Bijna ieder bedrijf heeft vacatures voor IT-personeel, ontwikkelaars en alles in het proces van software. Het speelt een rol in bijna elke industrie, dus je kan bijna alle kanten op.
Het zou gek zijn als ik nee zou zeggen. Ik zou mensen aanraden goed te kijken naar wat informatica echt is: wat zit eronder, wat zit erachter? Het is belangrijk te realiseren hoeveel kanten je met informatica op kan en hoe leuk het kan zijn dat je, waar je ook zit, met je laptop dingen kan doen. Je kan dingen bouwen met vrij weinig gereedschap: alleen een laptop.
Als het gaat over de pure softwareontwikkeling, dan moet de wiskunde op de middelbare school op een bepaald niveau zitten. Computers zijn uiteindelijk grote rekenmachines. Als je goede software schrijft, komt er dus automatisch veel wiskunde bij kijken.
Maar het hele vakgebied van informatica is natuurlijk wat breder. Zeker met ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie waar de focus ligt op de interactie tussen mens en computer. Dat is een vakgebied dat ondergewaardeerd wordt, ook door de diehard techneuten. Zorgen dat de software werkt is belangrijk, maar even belangrijk is de gebruiksvriendelijkheid - mensen moeten zich er comfortabel bij voelen.