Ik heb een bachelor Wiskunde en een master Mathematical Sciences afgerond aan de Universiteit Utrecht. Ik vond het heel moeilijk om te beslissen wat ik wilde doen. Ik heb veel opties overwogen, heel veel open dagen bezocht, meeloopdagen gedaan, studiekeuzetests gemaakt en met verschillende mensen gesproken. In het begin heb ik bijvoorbeeld nog serieus geneeskunde overwogen, omdat daar m’n halve familie werkzaam in is, maar bij een meeloopdag viel ik bijna flauw, dus dat was al snel geen optie meer. Er kwam steeds uit dat ik iets op het snijvlak van bedrijfskunde en de bèta hoek leuk zou vinden, maar er sprong niet echt één studie uit. Ook wilde ik graag in Utrecht studeren omdat ik dat een leuke stad vond. Toen zei iemand tegen me: “Waarom ga je dan geen wiskunde studeren, want dat komt eigenlijk in al die richtingen terug en als je dat onder de knie hebt, kun je de rest er nog wel bij leren”. Ik vond dat wel een goede redenering. Ook al had ik geen idee wat voor baan ik als wiskundige kon krijgen, wiskunde zou me in ieder geval een goede basis geven. Tegelijkertijd vond ik het ook erg spannend of het niet te moeilijk zou zijn en of ik er wel leuke mensen zou ontmoeten.
Echt veel beter dan ik ooit voor mogelijk had gehouden! Na de eerste dag waren mijn vooroordelen al weg. Ik heb er vrienden gemaakt die nu nog steeds tot mijn beste vrienden behoren en ik heb er mijn huidige vriendin ontmoet. Sowieso organiseerde de studievereniging veel leuke activiteiten, zodat je ook veel breder mensen leert kennen. Ik heb bijvoorbeeld een studiereis naar China mede-georganiseerd.
Qua niveau viel het me uiteindelijk mee. Uiteraard blijft wiskunde een uitdagende studie, maar van tevoren hield ik er serieus rekening mee dat het te moeilijk zou zijn en dat ik er na een half jaar mee zou stoppen. Ondanks dat het niveau opbouwt startend bij de middelbare school stof, vond ik het begin het moeilijkst. Dat had er vooral mee te maken dat ik buiten de colleges om de huiswerkopgaven in mijn eentje probeerde op te lossen. Dat lukte me gewoon niet en dat was best frustrerend. Na een tijdje alleen geploeterd te hebben, heb ik me gelukkig bij een groepje van 4-5 jaargenoten kunnen aansluiten, die samen huiswerkopgaven maakten. Vanaf toen ging het lopen en kreeg ik het vertrouwen dat ik de studie aan kon. Naast dat het veel gezelliger is om samen te studeren, help je elkaar natuurlijk ook. Wat de één niet ziet, ziet de ander weer en daarna kun je het zonder schroom aan een docent vragen. Op het moment dat het tentamen dan daar is, heb je van elkaar geleerd en alles een paar keer gezien. En dan lukt zo’n tentamen ook gewoon.
Utrecht vond ik gewoon een hele leuke stad en een technische universiteit vond ik (uiteindelijk onterecht) veel te spannend. Ik ben niet echt technisch ingesteld (mijn vriendin is de techneut in huis!) maar ik weet nu dat je “technisch” kunt lezen als “toegepast” en dat had eigenlijk best goed bij me gepast. Ook als ik dat toen had geweten, had ik denk ik alsnog voor Utrecht gekozen vanwege de stad die mij erg aansprak. Bovendien bestond in Utrecht toen de mogelijkheid om “Wiskunde en Toepassingen” te gaan doen, in plaats van gewoon wiskunde. Dat leek me minder moeilijk en verlaagde voor mij de drempel om het inderdaad te gaan proberen. Uiteindelijk ben ik na een maand of 3-4 toch geswitcht naar gewoon wiskunde omdat het veel beter te doen bleek dan ik dacht en ik mijn wiskundige basis het liefst zo stevig mogelijk wilde maken.
Na mijn studie ben ik aan de slag gegaan bij strategieconsultant Bain & Company. Bain adviseert het management van grote bedrijven op strategisch gebied, bijvoorbeeld bij vragen als “Wat is de beste manier om onze resultaten te verbeteren? Moeten we uitbreiden naar een ander land? Of moeten we een concurrent overnemen?”. Ik heb bij Bain vier jaar lang een fantastische tijd gehad, veel verschillende bedrijven van binnen gezien en ontzettend veel geleerd.
Nadat ik me bij Bain breed had ontwikkeld, merkte ik dat twee dingen begonnen te kriebelen. Ten eerste wilde ik ondernemender bezig zijn, iets creëren uit het niets. Daarnaast wilde ik graag een directe positieve impact hebben op de wereld om me heen. Na wat onderzoek merkte ik dat het wereldwijde klimaatprobleem me het meest aangreep. Ik ben toen opzoek gegaan naar een plek waar ik kon meewerken aan de oplossing hiervan. Ik heb toen met 3 anderen Solaris Industria opgericht. Wij richtten ons op de financiering van grootschalige zonnepanelenprojecten op daken van bedrijven (projecten van meer dan 1000 zonnepanelen). Het beviel erg goed om op deze manier een directe bijdrage te leveren aan het tegengaan van de opwarming van de aarde.
Na een paar jaar ging het bedrijf erg groeien en zijn we uiteindelijk samen met nog twee concurrerende bedrijven overgenomen door een investeerder. Gezien de groei van het bedrijf, was dit een goed moment. Uiteindelijk zijn er nog vier bedrijven bijgekomen die zich ook op andere aspecten van de verduurzaming richten, zoals meetapparatuur en software. Deze zeven bedrijven vormen nu Groendus.
Door de overname veranderde mijn baan van ondernemer weer naar werknemer. Inmiddels is alles overgenomen door twee pensioenfondsen. Momenteel werk ik twee dagen per week nog voor Groendus en houd ik me daarnaast bezig met veel andere projecten. Zo ben ik tijdens de eerste corona lockdown met twee vrienden van mijn wiskundestudie begonnen aan het maken van een bordspel (“GigaWatt”). Het bordspel gaat over de energietransitie, omdat we allemaal ook werken binnen deze sector. Het is uiteindelijk gelukt om via een crowdfundingplatform voldoende animo te creëren om GigaWatt ook daadwerkelijk te gaan produceren. En nu kan iedereen het kopen.
Toen ik mede-eigenaar was van Solaris, een beginnend en groeiend bedrijf, waren er heel veel verschillende en brede verantwoordelijkheden waar ik me mee bezig moest houden. Dat varieerde van HR taken zoals voortgangsgesprekken en mensen aannemen, tot het regelen van de financiën, commerciële zaken met klanten maar ook juridische zaken met advocaten en notarissen. De juridische zaken bleek ik onverwacht leuk te vinden omdat het ook wel wiskundig was: alle teksten moesten kloppen en logisch zijn. Voor de financiën heb ik bijvoorbeeld weer veel in Excel moeten doen, waar ik goed in getraind was door mijn tijd bij Bain. Banken die onze zonnepanelen financierde hebben onder andere de eis dat je een model maakt van hoe het project gaat draaien voor de komende 15 jaar. Dit is niet per se wiskundig heel moeilijk, maar de opbouw was wel heel complex en het moet allemaal
kloppen. Daarvoor moet je ook weer goed logisch kunnen nadenken.
Toen het bedrijf werd overgenomen, kwamen voor veel van dit soort taken afdelingen en hoefde ik dat niet meer allemaal te doen. Ik kon me meer bezig gaan houden met inhoudelijke dingen die ik leuk vond, vooral commercieel met klanten. Daarnaast hield ik me ook bezig met nieuwe ontwikkelingen binnen de duurzame sector, zoals batterijen. Niet direct op het hele technische vlak, maar je moet wel voldoende technische kennis in huis hebben om de ontwikkelingen te begrijpen en te kunnen beoordelen. Mijn taken zijn nu nog steeds commercieel, maar net weer in een andere rol. Omdat ik goed overzicht heb over het hele bedrijf, help ik vooral de klanten met moeilijke vraagstukken.
Hierin werk ik ook veel samen met collega’s van andere afdelingen zoals de mensen met veel kennis van juridische zaken en financiën. Daarnaast ben ik bezig met de “energiemarktplaats” van het bedrijf. Hierop staat een overzicht van vraag en aanbod van duurzame energie. Samen met de commercieel directeur maak ik nu een plan hoe we meer zon en wind op de energiemarktplaats kunnen gaan aanbieden. Dat raakt weer heel erg aan mijn eerdere werk als strategieconsultant bij Bain.
Ik kom bijna geen formules meer tegen in mijn huidige werk, maar ik gebruik nog wel het analytische denkvermogen dat ik heb ontwikkeld tijdens mijn wiskundestudie. Nou heb ik de wiskunde de afgelopen 10 jaar stiekem wel af en toe gemist. Dat merkte ik vooral op vakanties, als je dan even niet in de dagelijkse gang van zaken werd meegezogen. Ik heb op meerdere vakanties mijn masterscriptie meegenomen om naar een nog onopgelost probleem te kijken. Dat probleem heb ik nooit opgelost, maar het missen van de wiskunde kwam helemaal boven drijven toen ik er afgelopen jaar 6 maanden tussenuit ging voor een “sabbatical”. Ik had toen helemaal niks om handen en werd weer heel erg aangetrokken tot de wiskunde en het langer kunnen nadenken over zaken, waar in het bedrijfsleven vaak geen tijd voor is. Ik heb besloten hier wat mee te doen en heb bij het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) onder begeleiding van professor Bert Zwart voor 2 dagen in de week een onderzoeksplek kunnen krijgen. Ik ga daar kansrekening toepassen op de energiemarkt, om toch dicht bij de praktijkervaring te blijven die ik de afgelopen jaren in de energiesector heb opgedaan.
Binnen de energiesector zijn veel wiskundigen aan het werk, bijvoorbeeld omdat er veel voorspeld moet worden omtrent vraag en aanbod van energie. Dit neemt alleen maar toe met de groei van onzekere bronnen als wind- en zonne-energie. Ook natuurkundigen en meteorologen die het weer moeten voorspellen werken veel in de sector. In het algemeen werken er sowieso veel bèta’s en techneuten in de energiesector, ook omdat er veel data in het spel is. Ik ga daar dus, zoals bij de vorige vraag al genoemd, proberen een steentje aan bij te dragen via een onderzoeksplek bij het CWI.
Zeker! Wat ik erg leuk vond aan wiskunde is dat het heel erg concreet is en je elke keer als je een opdracht hebt opgelost en begrepen hebt, aantoonbaar een stuk verder bent. Ik vond dat veel motiverender dan ellenlange teksten moeten lezen en (subjectief) beoordeeld te worden op een werkstuk, zoals bij veel alfastudies gebeurt. Elke keer als je een opdracht hebt opgelost heb je weer een “succes-momentje”.
Zoals ik eerder vertelde was samenwerking met medestudenten daarbij voor mij wel een voorwaarde voor succes. Gelukkig leent wiskunde zich heel goed voor samenwerking. Uiteindelijk heeft het studeren en succesvol afronden van wiskunde me ontzettend veel zelfvertrouwen gegeven. Ik heb er wel echt m’n best voor moeten doen, maar ik had nooit gedacht dat het me zo goed af zou gaan. Daarnaast blijkt dat een wiskundestudie – of bèta en technische studies in het algemeen – je opties voor het werkende leven eerder vergroten dan verkleinen. Het analytische denkvermogen dat je bij zulke studies ontwikkelt, wordt bijvoorbeeld ook erg gewaardeerd in het bedrijfsleven. Als je je daarnaast tijdens je studententijd ook nog aantoonbaar persoonlijk ontwikkeld hebt (bijvoorbeeld door het doen van commissies, een bestuur of het opzetten van iets nieuws), dan geeft zo’n studie je echt een streepje voor bij sollicitaties.