Eigenlijk groeide ik niet op met een specifiek idee van wat ik wilde worden. Veel kinderen in mijn omgeving wilden advocaat of arts worden, maar ik volgde gewoon wat ik leuk vond. Ik groeide op in het Gooi, en daar was er best wat druk om een ‘belangrijk’ beroep te kiezen, maar ik koos voor wat mij op dat moment gelukkig maakte.
Ik vond scheikunde fascinerend en was er goed in. Wat scheikunde zo gaaf maakt, is dat je in een soort geheime, moleculaire wereld stapt die je met het blote oog niet kunt zien. Het is alsof je ontdekt hoe de allerkleinste deeltjes zich gedragen en hoe ze op elkaar reageren. Door scheikunde leer je de wereld om je heen op een hele nieuwe manier begrijpen. Wat ik vooral tof vond, is dat je dingen niet alleen leert, maar ook echt kunt toepassen. Je doet experimenten, test ideeën en maakt nieuwe dingen. En het mooie is: die vaardigheden gebruik ik nog steeds, ook in mijn huidige werk.
De universiteit was voor mij een hele inspirerende plek. Ik was omringd door briljante professoren en onderzoekers die volledig opgingen in hun werk. Hun kennis en passie zorgden ervoor dat ik dacht: "Dit wil ik ook doen!" Daarom ben ik na mijn studie verdergegaan als PhD-onderzoeker. Mijn onderzoek richtte zich op het ontwikkelen van nieuwe manieren om medicijnen heel precies in het lichaam af te leveren, door middel van elektrische pulsen. Maar na mijn promotie merkte ik dat ik iets miste: ik wilde mijn passie voor wetenschap delen met een breder publiek. Toen ik de vacature voor wetenschapsredacteur bij Het Klokhuis zag, wist ik dat dit de perfecte kans was om mijn wetenschappelijke achtergrond te combineren met mijn liefde voor communicatie.
Ik ben altijd iemand die voor het hoogst haalbare gaat, en na mijn PhD had ik mijn max bereikt in de academische wereld. Wat ik tijdens mijn studie ontdekte, was dat ik het geweldig vond om dingen uit te leggen. Omdat ik mezelf niet per se als heel slim zie, dacht ik vaak: "Als ik dit kan begrijpen, kan iedereen het begrijpen." Dat enthousiasme voor het helder uitleggen van lastige onderwerpen wilde ik graag delen. De vacature bij Het Klokhuis leek de perfecte manier om dat te doen. Ik kon mijn passie voor wetenschap combineren met iets nieuws: kinderen laten zien dat wetenschap helemaal niet saai of moeilijk hoeft te zijn, maar juist spannend en vol toffe ontdekkingen.
Als wetenschapsredacteur ben ik verantwoordelijk voor het ontwikkelen van afleveringen over allerlei wetenschappelijke onderwerpen. Het begint met een idee dat ik verder onderzoek en uitwerk. Ik zoek experts op, bedenk proefjes of experimenten om de aflevering visueel aantrekkelijk te maken en zorg ervoor dat alle informatie klopt. Vervolgens werk ik samen met een regisseur die het idee omzet in een script en zorgt dat het op een leuke manier wordt gefilmd. We maken dus samen een aflevering die niet alleen leerzaam is, maar ook leuk om naar te kijken.
Het leukste aan mijn werk is de afwisseling. De ene dag ben ik op locatie om een aflevering te filmen, de andere dag zit ik achter mijn computer om research te doen of bedenk ik een nieuw proefje. Daarnaast vind ik het geweldig om samen te werken met regisseurs en wetenschappers. Het is altijd een uitdaging om ingewikkelde onderwerpen zo eenvoudig mogelijk uit te leggen en te visualiseren, maar als het lukt, voelt dat fantastisch. Bovendien is het super belonend om te weten dat kinderen door mijn werk interesse kunnen krijgen in wetenschap.
Ja, zeker! Mijn scheikundeachtergrond helpt me om ingewikkelde wetenschappelijke onderwerpen beter te begrijpen en uit te leggen. Soms maken we afleveringen over onderwerpen als kwantummechanica of nanotechnologie, en dan is het handig dat ik al een basiskennis heb van de chemie erachter. Ook als ik proefjes bedenk, kan ik inschatten wat wel of niet mogelijk is. Bovendien lijkt mijn werk als redacteur vaak op dat van een wetenschapper: ik moet vragen stellen, de juiste informatie vinden en kritisch kijken naar wat klopt. Eigenlijk zijn journalisten en wetenschappers niet zo verschillend.
Mijn belangrijkste tip is dat het oké is om niet altijd de beste te zijn. Als je moeite hebt met iets begrijpen, leer je om echt te werken voor je kennis. En dat is een kracht, want het geeft je begrip voor anderen die iets niet meteen snappen. Door zelf de tijd te nemen om dingen goed uit te leggen, kun je een verschil maken. Met geduld en een goede uitleg kan iedereen iets leren. Dus wees niet bang als iets je niet meteen lukt—dat hoort erbij!