Wiskunde was niet echt mijn favoriete vak op de middelbare school, maar ik vond het wel een uitdaging. Het was iets dat niet makkelijk was en dat maakte het interessant. Toen ik moest beslissen wat ik wilde studeren en wat ik wilde worden, had ik eigenlijk geen concreet idee. Maar wiskunde leek me een goede keuze, omdat het breed is. Ik wist dat ik er veel verschillende richtingen mee op kon gaan, al wist ik nog niet precies welke richting dat zou zijn.
Ik vond de studie echt heel leuk. Op de middelbare school krijg je bijvoorbeeld meetkunde in driehoeken, maar tijdens de studie wiskunde wordt dit heel anders. En dat vond ik juist interessant! Je moet creatiever denken en minder afhankelijk zijn van vaste regels. Het gaat meer om het proces en de manier waarop je tot een oplossing komt, dan om het eindresultaat zelf.
In mijn wiskundemaster kwam ik erachter dat je wiskundige modellen kunt gebruiken in de biologie, vooral bij het modelleren van infectieziekten. Door Covid19 hebben meer mensen een idee gekregen over infectieziekten en de modellen die daarbij horen. Het draait allemaal om het begrijpen van hoe virussen of besmettelijke ziekten zich onder mensen verspreiden. Met behulp van wiskundige modellen proberen we als het ware de echte wereld na te bootsen en te voorspellen wat er zou kunnen gebeuren. Stel je voor dat je een plattegrond van een stad maakt. Je tekent verschillende dingen, afhankelijk van wat je wilt weten. Soms wil je alleen weten waar alle bomen zijn, bijvoorbeeld om het aantal bomen in de stad te berekenen. Andere keren wil je misschien alleen weten hoe je van punt A naar punt B kunt fietsen, dus dan teken je alleen de fietsroutes. Op dezelfde manier kiezen we welke informatie we in onze modellen opnemen. En om deze modellen te maken, gebruiken we allerlei soorten wiskunde!
Bij het RIVM zijn veel wetenschappers bezig met onderzoek naar volksgezondheid en het milieu. Op basis van dat onderzoek geven ze advies aan Ministeries over het beleid. We onderzoeken infectieziekten, maar ook zaken als luchtkwaliteit, geluidsoverlast en gezondheidsrisico's van bijvoorbeeld roken. Ik werk als wetenschappelijk medewerker op de afdeling die zich bezighoudt met het modelleren van infectieziekten. We krijgen allerlei vragen, bijvoorbeeld over mazelen, Q-koorts of het coronavirus.
We hebben bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de coronamelder app. Heeft die app ervoor gezorgd dat minder mensen besmet zijn geraakt? Als modelleur is het belangrijk om goed na te denken over wat je allemaal moet meenemen. Bijvoorbeeld het bron- en contactonderzoek van de GGD of de effecten van de coronamaatregelen. Hoe goed hielden mensen zich aan de regels? Hoelang duurde het gemiddeld voordat iemand met klachten zich liet testen? Je kan aan van alles denken! Dit soort informatie verwerken we allemaal in onze modellen. En ik zorg ervoor dat we de juiste wiskundige methoden gebruiken. Gelukkig doe ik dit niet alleen! Mijn collega's hebben allemaal verschillende achtergronden, zoals biologie of epidemiologie.
Nee hoor, als modelleur zit ik niet de hele dag achter de computer. Ik vergader en werk samen met allerlei verschillende wetenschappers, zoals mensen die het gedrag van mensen bestuderen. Dat maakt mijn werk zo leuk! Natuurlijk gebruik ik ook de computer om onze wiskundige modellen te maken en te analyseren. Maar ik schrijf ook veel, want we moeten onze resultaten delen in rapporten. Het is echt mooi om te zien hoe mijn wiskundekennis kan helpen bij het oplossen van problemen die te maken hebben met gezondheid!
Laat je niet ontmoedigen door het idee dat wiskunde moeilijk is, of dat exacte studies lastig zijn. Het is niet zo dat alleen genieën dat kunnen. In feite zijn er veel gewone mensen zoals jij en ik die het ook een uitdaging vinden. Soms is het lastig om vooraf te bedenken wat je allemaal met zo'n studie kunt doen. Het is daarom slim om met mensen te praten, vooral als je mensen kent die al ervaring hebben met dat vakgebied. Zo krijg je een beter beeld van wat je kunt verwachten en of het iets voor jou is.