Ik heb een verschillende bachelor en master gedaan die niet per se logisch op elkaar aansluiten. Ik heb de bachelor natuur- en sterrenkunde in Utrecht gedaan. Ik vond heel veel dingen leuk, zowel de bèta-, alfa- als gammavakken. Maar bij natuurkunde werd ik echt verrast en moest ik mijn best doen om alles te begrijpen. Ik kwam dingen tegen waarvan ik dacht: ‘Wow, dit is anders van wat ik eerder heb gezien op school’. Ik word bovendien heel erg geïntrigeerd door wat ik om mij heen zie. Natuurkunde past heel goed bij mij omdat deze studie gaat over het begrijpen van hoe de fysieke wereld om je heen werkt.
Ik kijk positief terug op mijn bachelor, maar ik miste een zekere verbinding met de maatschappij en alles wat daarin gebeurde. Ik raakte geïnteresseerd in duurzame energie door activiteiten buiten mijn studie om (clubjes en lezingen). Ik zocht naar een studie die aansloot bij mijn interesse in de duurzame energietransitie en kwam zo terecht bij de master ‘Sustainable Energy Technology’ (duurzame energietechnologie) aan de TU Delft. Hier leerde ik over technologieën die ons gaan helpen de duurzame energietransitie te maken.
Als je kijkt naar het carrièreperspectief zie je dat veel studenten van de TU Delft ingenieurs worden en vaker met technische kennis aan de slag gaan. Niet-technische universiteiten, zoals Utrecht, zijn toch theoretischer. Het leek mij juist leuk om met die technische kennis een nuttige bijdrage te leveren aan de energietransitie.
Mijn loopbaan begon bij mijn afstudeerbedrijf ‘HyET Solar’, een Nederlands bedrijf dat flexibele zonnepanelen produceert. Flexibele zonnepanelen zijn dunner en buigzamer dan standaard zonnepanelen, waardoor ze perfect kunnen worden bevestigd op oppervlakken zoals het dak van een boot of auto. Voor mijn scriptie onderzocht ik hoe je tijdens de productie al een kwaliteitscontrole kon uitvoeren. Je weet dan meteen of er geen fouten zijn gemaakt, in plaats van achteraf. Om dat voor elkaar te krijgen moest ik in de machines kwaliteitscontroles inbouwen met slimme meetapparatuur.
Na 9 maanden stage mocht ik blijven. Ik werkte eerst drie jaar als Productie Ingenieur aan het verbeteren van de proceskwaliteit en de productielijn. Daarna heb ik nog drie jaar gewerkt als Research and Development Manager (R&D) (onderzoek en ontwikkeling). Ik wilde iets gerichter het onderzoek opzetten, want onze problemen waren te groot om zelf in een project op te lossen. Daar moest iemand wat langere tijd en gerichter aan werken. Dus iets meer wetenschappelijk onderzoek en iets minder trial and error.
In mijn vorige baan zag ik veel externe factoren die bepalen of een bedrijf succesvol wordt in de duurzame sector. Ons bedrijf (HyET) worstelde met een aantal zaken die niet hielpen om het product succesvol op de markt te krijgen. Onder andere beleid speelde een rol. Is beleid gunstig voor duurzame energie of niet? Die vraag triggerde mij wel.
Nu werk ik bij TKI Urban Energy, een stichting die onderdeel is van het topsectorenbeleid van de Nederlandse overheid. Topsectoren zijn gebieden waar Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen wereldwijd in uitblinken (o.a. energie). Bij TKI denken wij actief mee over innovatiebeleid en hoe je innovatieve producten versneld naar de markt kan brengen. Precies wat een bedrijf als HyET nodig had! Ik werk nu dus niet meer in een bedrijf dat innovaties maakt en ontwikkelt, maar voor deze bedrijven, door ze te verbinden, te adviseren en te ondersteunen.
Vooral de juiste partijen bij elkaar brengen zorgt voor versnelling van innovaties. Soms heeft een partij een idee en dan brengen wij hen in contact met andere partijen. Maar soms zijn we juist zelf actief en vragen we partijen of ze innovaties op bepaalde thema’s willen plegen.
Mijn functie is programmamanager en ik leid het innovatieprogramma voor zon- en windenergie. Zo werk ik aan het ontwikkelen van een nieuwe subsidieregeling, waar we heel gericht kijken naar doorbraakinnovaties. Bijvoorbeeld oplossingen voor het elektriciteitsnet dat vol zit. Hoe kan je zonne-energie zo aansluiten dat de belasting op het elektriciteitsnet niet hoger wordt?
Vorig jaar heb ik veel gewerkt aan een voorstel, Solar NL, voor het Nationaal Groeifonds. In dat voorstel werken bedrijven en universiteiten samen aan het produceren van zonnepanelen in Nederland. Uniek, want we concurreren daarmee met China waar heel veel zonnepanelen worden geproduceerd. Mijn rol was partijen bij elkaar brengen, nieuwe partijen aandragen of zorgen dat partijen samen willen werken. Het voorstel is goedgekeurd, waardoor er ongeveer 1 miljard euro (privaat/publiek geld) in de productie van zonne-energie in Nederland wordt gestopt.
Waar ligt de impact van ons werk? Deze vraag stellen wij ons vaak. Wij hebben geen directe impact, want we verkopen en maken geen producten. Wel pakken we problemen en signalen op uit de sector die niemand anders oppakt. Zo lieten we onderzoeken hoe we daken die niet sterk genoeg zijn voor standaard zonnepanelen wél geschikt kunnen maken. Moeten we de panden aanpassen? Moeten we werken met lichtere zonnepanelen? Door dit onderzoek ziet het ernaar uit dat er nu een speciale categorie wordt gemaakt voor lastige daken in een grote regeling voor het neerleggen van zonnepanelen. Dat betekent dat er meer zonnepanelen in Nederland kunnen worden aangelegd.
Ik gebruik mijn vaardigheden van natuurkunde nog vaak. Soms adviseer ik inhoudelijk projectideeën, want zonne- en windenergie hebben beide raakvlakken met natuurkunde. Vaker nog gebruik ik analytische vaardigheden. Dat leer je bij elke WO-opleiding, maar natuurkundigen hebben de vaardigheid zeer complexe vraagstukken uit elkaar te pellen. Wat zijn de grootheden, welke principes en krachten spelen een rol, wat heeft invloed op wat, hoe steekt iets in elkaar? Dat is iets wat je op heel veel plekken kan gebruiken.
Ja! Je kan bijna overal aan de slag waar je wil, dat valt me op. In de buitenwereld heerst er een beeld dat natuurkundigen wel wat kunnen. Ik denk dat wij als natuurkundige daar dankbaar van profiteren. Vind je natuurkunde interessant en leuk? Dan raad ik het studeren aan. Het is een studie waar je echt voor moet gaan. Je carrièreperspectief daarna is goed, maar je moet het wel vanuit intrinsieke motivatie doen, want anders doe je jezelf tekort.