Op de middelbare school vond ik de bètavakken ontzettend interessant. Ik zocht naar een studie waarin ik deze vakken kon combineren en in de praktijk kon toepassen. Zo kwam ik uit bij food technology. Ik wist nog niet precies wat ik ermee wilde worden, maar deze studie bood de mogelijkheid om concreet aan de slag te gaan met producten die we dagelijks in de supermarkt zien. De industrie en het onderzoek erachter spraken me enorm aan!
Ik heb ook overwogen om farmacie te studeren in Utrecht, omdat deze studie ook vakken als scheikunde en biologie combineert. Door veel meeloopdagen te doen, kwam ik erachter dat de universiteit en de stad Wageningen me meer aanspraken. Het was kleinschaliger en je kon makkelijk contact leggen met mensen. Wat de campus extra interessant maakt, is dat er veel bedrijven en startups gevestigd zijn, zoals FrieslandCampina, Unilever en het bedrijf waar ik nu werk, ADM!
Met food technology leer je alles over voedsel en de voedselketen. In eerste instantie richt je je op het ontwikkelen en verwerken van voedselproducten. Maar je leert ook over voedselsystemen: hoe voedsel van de boer uiteindelijk in de supermarkt of bij de consument op het bord belandt. Hoe organiseer je dit op een efficiëntere en duurzamere manier bijvoorbeeld, en minimaliseer je tegelijkertijd voedselverspilling? Verder krijg je veel kennis over voedselkwaliteit en -veiligheid. Als je wilt, kun je het ook heel culinair maken, bijvoorbeeld richting moleculaire gastronomie, een soort koken met scheikunde! Kortom, het is een super brede en interessante studie waar je veel verschillende richtingen mee uit kunt.
In de studie voer je verschillende scheikundige analyses uit om te onderzoeken welke stoffen er in voedingsmiddelen zitten. Zo analyseer je bijvoorbeeld het eiwitgehalte of vetgehalte in een voedselproduct, en onderzoek je diverse geur en smaakstoffen. Daarnaast voer je ook natuurkundige analyses uit, zoals het meten van de viscositeit, elasticiteit of de kracht die je nodig hebt om bijvoorbeeld een koekje te breken. Achter voedselproducten schuilt namelijk veel complexiteit, en met deze studie leer je dit te analyseren en aan te passen. Zo kun je deze kennis toepassen bij alternatieve producten. Als je kunt analyseren hoe kaas aanvoelt en smaakt, weet je precies hoe je dit kunt repliceren voor een plantaardig product.
Ingrediëntenbedrijven maken ingrediënten die gebruikt worden door voedingsmiddelenproducenten, zoals Unilever, Nestle of Danone. Ingrediëntenbedrijven produceren bijvoorbeeld geconcentreerde eiwitpoeders, zoals je die in de sportschool tegenkomt. Deze ingrediënten worden vervolgens gebruikt door voedingsmiddelenproducenten om producten te maken, zoals vegetarische burgers of plantaardige melk. Daarnaast spelen ingrediëntenbedrijven een belangrijke rol bij het verlengen van de houdbaarheid van producten, wat essentieel is voor voedselveiligheid en voedselverspilling kan verminderen. Op deze manier kunnen we voedsel bewaren en voorkomen dat mensen ziek worden van wat ze eten!
Ik begon mijn loopbaan bij DSM als onderzoeker. Daar deed ik onderzoek naar hoe je dierlijke eiwitten kunt vervangen door innovatieve plantaardige eiwitten, zoals door raapzaadeiwit. Dit hangt af van het recept (formulering) en de verwerkingsmethode. Bijvoorbeeld, voor het maken van barista-melk moet je ervoor zorgen dat de melk niet schift wanneer je het aan de koffie toevoegt, en dat het schuim stevig en stabiel is. Daarom worden soms stabilisatoren toegevoegd aan de formulering, of worden plantaardige eiwitten afkomstig van verschillende gewassen met elkaar gemengd.
Nu werk ik bij een ander ingrediëntenbedrijf, ADM, als technisch adviseur. Dat betekent dat ik dichter bij de klanten werk. Ik ga met ons verkoopteam mee om technisch advies te geven aan klanten over wat er allemaal mogelijk is met onze ingrediënten. Een klant wil bijvoorbeeld een vegetarische burger maken die echt naar vlees smaakt, een sappige textuur heeft en een hoog eiwitgehalte heeft voor meer voedzaamheid. Mijn rol is om te onderzoeken wat mogelijk is met onze ingrediënten, de machines van de klant, en wat aansluit bij de wensen van de consument. In mijn huidige functie fungeer ik als schakel tussen het verkoopteam en het applicatieteam dat producten ontwikkelt. Ik vertaal dus echt de wensen van de klant naar wat er technisch mogelijk is, en vice versa. Hiervoor moet ik beide teams begrijpen, waarbij mijn studieachtergrond van groot belang is!
Op een typische werkdag heb ik overleg met verschillende teams, zoals het salesteam dat direct contact heeft met klanten, en het applicatieteam dat zich bezighoudt met productontwikkeling. We bespreken dan klantfeedback en welke oplossingen we hebben gevonden voor hun behoeften. Daarnaast bezoek ik vaak klanten en hun productiefaciliteiten. Ook ga ik regelmatig naar evenementen waar ingrediëntenbedrijven hun nieuwe producten presenteren. Wat mijn huidige functie zo leuk maakt, is dat ik goed op de hoogte blijf van wat er speelt in de markt en waar behoefte aan is. Dit kan ik vervolgens weer doorgeven aan onze ontwikkel- en onderzoeksteams.
Het is belangrijk om je goed te oriënteren en mee te lopen met verschillende studies. Mijn advies is om altijd te kiezen voor de studie die je interesseert en aansluit bij de vakken waar je goed in bent; niet alleen voor de stad waarin je wilt studeren. Ik had mijn zinnen gezet op Utrecht, terwijl ik uiteindelijk de studie in Wageningen veel leuker vond. Ik ben erg blij dat ik heb gekozen voor mijn eigen interesses en voor de studie die bij mij past! Dus ook al ben je misschien de enige van je school die naar een andere stad gaat, blijf trouw aan je interesses en kies voor de studie die jou echt aanspreekt!