Ik wilde een academische studie doen, mij echt ergens in verdiepen. Wiskunde is daar een prachtig vak voor. Het is een studie waar je een fundament mee neerzet waar je later allerlei beroepen op kunt bouwen. Verder vond ik wiskunde op de middelbare school ook gewoon leuk en ik was er goed in. Ik kwam erachter dat er ontzettend veel verschillende soorten wiskunde zijn, veel meer dan dat je op de middelbare school voorbij ziet komen. Dat riep bij mij allerlei vragen op en die wilde ik graag beantwoord zien. Bovendien wilde ik ook wel iets exclusiefs en origineels kiezen. De meeste leerlingen kozen voor rechten of medicijnen. In mijn tijd waren er maar 30 wiskundestudenten in het eerste jaar.
Een deel van mijn studie heb ik bovendien in Rome gedaan. Dat was een geweldige ervaring natuurlijk! Wat mij daar opviel was dat het juist meisjes waren die voor de studie wiskunde kozen.
Rond het einde van mijn master begon ik echt in te zien dat wiskunde een prachtig vak is. Bovendien had ik ook het gevoel dat ik nog niet was uitgekeken op de verdieping in de wiskunde. Ik ben daarom na mijn master gaan promoveren. Je bent dan wetenschappelijk onderzoeker aan de universiteit en dat onderzoek duurt vier jaar.
Op een gegeven moment wilde ik meer zien dan alleen de universiteit en ben toen gaan werken voor een softwarebedrijf. Ik kon daar de kennis en vaardigheden die ik tijdens mijn onderzoek had opgedaan, implementeren in de software. Ik vind vooral de wiskunde die je in de computer kunt stoppen erg interessant. Je kunt dit namelijk echt toepassen in de maatschappij. Bij deze baan zat ik wel veel achter de computer en had ik weinig contact met de gebruikers. Ook dat leek me juist interessant, vandaar dat ik toen heb besloten om consultant te worden. Je kan dan wiskunde toepassen in de context van een klant.
Ik zit bij de afdeling management consultancy. Andere bedrijven komen bij ons met vragen als "Hoe verbeteren we onze processen?” of "Hoe zorgen we ervoor dat we verantwoord met AI omgaan?”. Als consultant help ik klanten met strategische besluitvorming in hun bedrijf. Klanten komen niet alleen maar bij ons om meer winst te maken. We werken ook met klanten aan doelstellingen op het gebied van milieu en maatschappij. Een voorbeeld van een klant is een gemeente die vluchtelingen moet opvangen. De gemeente krijgt daar een budget voor en wij onderzoeken hoe je dit budget nou het beste kan inzetten. Moeten we ons op de arbeidsmarkt richten of zetten we juist in op taalcursussen? Dit is dus een optimalisatieprobleem: welke besteding van het budget levert de meeste waarde op? Die waarde kan bestaan uit een economische impact maar ook de toename van de levenskwaliteit. Wij stoppen al deze informatie vervolgens in de computer en met behulp van wiskunde optimaliseren we het probleem. Ik beschrijf mijn werk als consultant vaak als “klanten helpen rekenen”.
Partner betekent dat je mede-aandeelhouder bent van het consultancybedrijf. Samen met alle andere partners in het bedrijf ben je dus eigenlijk ondernemer. Bij PwC werken 5700 mensen in dienst en wij moeten ervoor zorgen dat deze mensen allemaal werk hebben. De partners zijn ervoor verantwoordelijk om dit werk binnen te halen zodat er voldoende omzet is en winst gemaakt kan worden om weer verder te investeren in bijvoorbeeld de verbetering van de algoritmes die we inzetten.
Als je bij ons komt werken, start je als consultant. Op een gegeven moment kan je manager van een bepaalde afdeling worden, waardoor je wat meer verantwoordelijkheid krijgt en jongere consultants gaat begeleiden. Als je nog meer ervaring hebt, kan je directeur van een afdeling binnen het bedrijf worden. De volgende stap binnen het bedrijf is dan partner.
Ik geef colleges en ik doe onderzoek naar wiskundige problemen die ik in de praktijk tegenkom en die nog niet zijn opgelost. Dat doe ik samen met PhD-studenten die ik begeleid. Wat ik leer bij Nyenrode kan ik mooi gebruiken in het veld bij PwC maar andersom is dat net zo goed waar. Een mooi voorbeeld is het nieuwe pensioenstelsel. Een belangrijk punt bij pensioenfondsen is de vraag hoe groot de foutmarge is in de berekeningen. Hebben we over 50 jaar wel genoeg geld om iedereen een pensioen uit te betalen? In het nieuwe stelsel worden alle pensioenen individueel berekend, wat ontzettend complex is. Wij hebben met ons onderzoek een methode ontwikkeld waarmee nu echt wordt gewerkt in de pensioensector en dat geeft veel voldoening.
We hebben in deze tijd natuurlijk heel veel baat bij Artificial Intelligence (AI). Hier zitten allerlei algoritmes achter die gebaseerd zijn op wiskundige modellen. Vaak worden algoritmen ingezet om te ontdekken of iemand fraude heeft gepleegd. Een belangrijke vraag is in hoeverre dit algoritme klopt en of het eerlijk is. Ook daar heb je wiskunde voor nodig. Je wilt bijvoorbeeld weten wat de kans is dat het algoritme iemand valselijk beschuldigt. Zonder wiskunde tast je in het duister of je zo’n algoritme überhaupt wel wilt gebruiken.
Dat ligt een beetje aan de dag omdat ik één dag in de week op de universiteit ben. Als ik hier op kantoor bij PwC ben, heb ik veel contact met klanten en collega’s om de projecten te coördineren. Je hebt dus veel meetings met je team hier op kantoor maar ook met teams waarmee we samenwerken in het buitenland bijvoorbeeld. Naast de coördinerende rol, denk ik ook inhoudelijk mee met mijn team. Ik maak ook tijd vrij om mijn collegemateriaal actueel te houden en zelf algoritmes uit te programmeren. Een dag niet geprogrammeerd, is een dag niet geleefd!
Wiskunde is heel krachtig. Met behulp van wiskunde kunnen wij klanten helpen om betere beslissingen te maken en processen in hun bedrijf beter te laten verlopen. Maar wiskunde is niet alleen krachtig, maar ook prachtig. En ik denk dat dit wel wat meer benadrukt mag worden. Vaak word je als wiskundige neergezet als “droogkloot” die dingen kan uitrekenen. Maar eigenlijk is wiskunde zoveel meer dan dat. We gebruiken weliswaar wiskunde om sommetjes uit te rekenen in het dagelijkse leven, maar dat is maar een klein stukje van wiskunde. Wiskunde dicteert eigenlijk ons hele leven. Het speelt een belangrijke rol in de natuur, het heelal, de muziek en in de kunst. Als wiskundige ben je niet één of andere nerd die goed is in sommetjes oplossen. Je hebt toegang tot een stukje begrip om al deze belangrijke zaken te bestuderen en te begrijpen. Dat is de pracht van wiskunde en dat mag nog meer onder de aandacht komen.
Om eerlijk te zijn: niet aan iedereen. Als je heel veel moeite hebt om een 7 te halen voor wiskunde, dan zou ik het niet aanraden. Je moet wel redelijk goed zijn in wiskunde. Als je wilt weten hoe dingen in elkaar zitten, dan is het een absolute aanrader. Je gaat echt de diepte in en daar heb je de rest van je leven ontzettend veel aan. Als het in je carrière analytisch gezien wat moeilijker gaat worden, dan heb je als wiskundige het beste gereedschap om moeilijke puzzels op te lossen.